Lees verder
Introductie van rotkreupel in een koppel vindt in de meeste gevallen plaats door toevoegen van een zogenoemde drager. Dezelfde dragers vormen een reservoir van de rotkreupel-bacteriën en zij kunnen er daarom voor zorgen dat een infectie lange tijd in een koppel aanwezig blijft. Eventueel kan een koppel ook geïnfecteerd worden vanuit een besmette omgeving, waar enige tijd eerder dieren met rotkreupel hebben gelopen.
De behandeling van schapen met rotkreupel vraagt om een goed plan van aanpak, aangezien de bestrijding in veel gevallen niet eenvoudig en tijdrovend is. Naast het bekappen van alle dieren en het gebruik van klauwbaden is bij sommige dieren een individuele behandeling noodzakelijk. Verder is het belangrijk om na een behandeling de schapen naar een “schoon” weiland te brengen, dit wil zeggen een weiland waar ten minste 2 weken geen schapen hebben gelopen.
Preventie bestaat voor het grootste deel uit goed management van de klauwen. Dat wil zeggen 2 maal per jaar preventief bekappen, het gebruik van voetbaden en zorgen dat de dieren zoveel mogelijk in een schone en droge omgeving gehouden worden. Indien toch een uitbraak van rotkreupel plaatsvindt en behandeling geen of onvoldoende effect heeft, dan is vaccinatie een goede optie!
Het is belangrijk om te vermelden dat uitsluitend vaccineren zonder verdere maatregelen onvoldoende effect geeft. Het vaccin dat gebruikt wordt, heet Footvax® en kan gebruikt worden bij dieren ouder dan 3 maanden leeftijd. De basisvaccinatie bestaat uit een tweevoudige enting met een tussentijd van 4 tot 6 weken, waarna een bescherming van 6 maanden te verwachten valt. De herhalingsvaccinatie dient niet later dan 4 maanden na de voorafgaande enting plaats te vinden. Nadeel van het vaccin is dat het lokale irritatie kan veroorzaken op de plek van toediening, in sommige gevallen zelfs met abcesvorming. Wanneer de schapen gevaccineerd worden voor het aflammen zullen de lammeren ook antistoffen via de biest meekrijgen.